Het kabinet heeft op 20 januari jl. de novelle ‘Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014' gepubliceerd. De novelle is de afgelopen weken door de Tweede Kamer behandeld en op 6 maart jl. aangenomen. Aangezien het de algemene verwachting is dat de novelle op korte termijn ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen, treden de in de novelle opgenomen maatregelen in principe in werking per 1 januari 2015. De novelle ziet met name op introductie van premiewaarborgen, de aanpassing van het Witteveenkader en de introductie van een nettolijfrente.

Premiewaarborgen

De novelle bevat negen waarborgen die ervoor moeten zorgen dat de aanpassing van het Witteveenkader tot een corresponderende verlaging van de pensioenpremie leidt. Gedurende de parlementaire behandeling van de novelle hebben diverse partijen zorgen geuit omtrent het daadwerkelijk realiseren van deze premiedaling, omdat de waarborgen met name betrekking hebben op verbetering van inzicht in de totstandkoming van de pensioenpremie en dit laatste niet per definitie betekent dat de pensioenpremie daadwerkelijk omlaag gaat. Het kabinet heeft desondanks aangegeven vertrouwen te hebben in het realiseren van de premiedaling.

Aanpassing Witteveenkader

De novelle bevat een verlaging van het opbouwpercentage voor pensioenen op basis van een middelloonregeling tot 1,875%. Met een dergelijk opbouwpercentage kan na 40 dienstjaren een pensioen van 75% van het gemiddeld inkomen worden gehaald. Het opbouwpercentage voor eindloonregelingen wordt verlaagd tot 1,657% en de naar leeftijd gedifferentieerde premie voor pensioenen op basis van een beschikbare premieregeling wordt overeenkomstig verlaagd. De opbouwpercentages voor het partnerpensioen zullen 70% van de opbouwpercentages voor het ouderdomspensioen (blijven) bedragen. Het pensioengevend loon wordt gemaximeerd op € 100.000. Dit maximaal pensioengevend loon is overigens niet van toepassing op het arbeidsongeschiktheidspensioen. Bovengenoemde aanpassingen hebben tot gevolg hebben dat de meeste pensioenregelingen voor 1 januari 2015 (opnieuw) moeten worden aangepast.

Introductie nettolijfrente

Het voorstel Wet pensioenaanvullingsregelingen, met daarin opgenomen een zogenoemde excedentregeling, is ingetrokken en vervangen door een nettolijfrente. In hoofdlijnen komt deze oudedagsvoorziening er op neer dat indien en voor zover men een pensioengevend inkomen van € 100.000 te boven gaat, er middels een derde pijler product voor de oudedag kan worden gespaard, waarbij het fiscale voordeel is dat dit spaartegoed is vrijgesteld van box 3 van de inkomstenbelasting. In het geval dat uitkeringen krachtens een nettolijfrente worden ontvangen door een in het buitenland wonende persoon, kan echter niet worden uitgesloten dat deze uitkeringen aldaar in de belastingheffing worden betrokken. Tijdens de parlementaire behandeling van de novelle is bevestigd dat indien de nettolijfrente (gedeeltelijk) wordt afgekocht, de vrijstelling van box 3 vervalt, maar niet met terugwerkende kracht. Op aandringen van diverse partijen heeft het kabinet voorts toegezegd dat de nettolijfrente ook door pensioenfondsen mag worden uitgevoerd.
 

Bron: Loyens & Loeff

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting, Loonbelasting

1

Gerelateerde artikelen