Een vereenvoudiging voor de teruggaaf van btw en milieubelasting ter zake van oninbare vorderingen is op komst.
Huidige teruggaafprocedure
De huidige teruggaafprocedure van btw en milieubelasting ter zake van oninbare vorderingen verloopt in de praktijk al jaren vrij moeizaam. Het kost ondernemers veel tijd om een volledig onderbouwd teruggaafverzoek in te dienen en dat op het juiste moment te doen (niet te vroeg maar ook niet te laat). De Belastingdienst is vervolgens veel tijd kwijt met de controle en afhandeling.
Voorstel Ministerie van Financiën
Zoals aangekondigd in het Belastingplan 2016 heeft het Ministerie van Financiën onderzocht hoe de regeling kan worden vereenvoudigd. Hiervoor is recent een voorlopig voorstel gedaan, waarop tot medio augustus a.s. internetconsultatie wordt toegepast.
Een aantal belangrijke elementen uit het voorstel:
- Het recht op teruggaaf wordt geacht te zijn ontstaan uiterlijk één jaar na het tijdstip waarop de vergoeding opeisbaar is geworden (er is dan dus geen andere bewijs meer nodig);
- Het recht op teruggaaf van btw verloopt voortaan via verwerking in de btw-aangifte en niet meer via een apart teruggaafverzoek;
- Bij overdracht van een vordering gaat het recht op teruggaaf over op de koper;
- Ondernemers die een vordering één jaar na de opeisbaarheid daarvan nog niet (geheel) hebben betaald, maar de in rekening gebrachte btw wél in aftrek hebben gebracht, zijn uiterlijk op dat tijdstip btw verschuldigd voor zover deze dan nog niet is betaald (deze termijn is nu nog twee jaar);
- Er gelden overgangsregelingen voor vorderingen die vóór 1 januari 2017 opeisbaar zijn geworden.
Mazars verwacht dat de nieuwe regeling (nagenoeg) ongewijzigd in het Belastingplan 2017 zal worden opgenomen en per 1 januari 2017 in werking zal treden. Indien dit inderdaad het geval is, levert dit een belangrijke vereenvoudiging op voor ondernemers. Wél zullen eenmalig bestaande administratieve procedures moeten worden aangepast.
Bron: Mazars
0