Een vrouw die het niet eens is met de waardering van haar woning is veroordeeld in de proceskosten van de heffingsambtenaar die de zaak in beroep vertegenwoordigde, omdat er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Dat heeft Rechtbank Amsterdam geoordeeld.
De woningwaarde werd in beroep verlaagd omdat toen foto’s van de woning werden overgelegd waaruit bleek dat de woning te hoog was gewaardeerd. Het beroep is daarom gegrond.
De rechtbank stelt echter een patroon vast van het ingeschakelde no-cure-no-pay-bureau om pas in beroep te reageren op verzoeken van de heffingsambtenaar om de gestelde lagere waarde van een woning te onderbouwen. Daarmee wordt een beroepsprocedure gecreëerd, ongeacht of dat nodig is om het geschil te beëindigen. Dit leidt ertoe dat onnodig geprocedeerd wordt, kennelijk voor gewin van het bureau, met het oog op te verkrijgen proceskosten in beroep. De volledige uitspraak is na te lezen onder nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:4717.
Onlangs heeft Rechtbank Gelderland in vier BPM-zaken geoordeeld over een andere misstand in de rechtsgang. Belastingplichtigen waren namelijk niet op de hoogte van het feit dat professioneel gemachtigden op hun naam procedures waren begonnen.
Eerder deze maand kondigde staatssecretaris Van Rij maatregelen aan tegen no-cure-no-pay-bedrijven die op professionele wijze procedures voeren in WOZ- en BPM-zaken zonder dat de belanghebbenden daarvan op de hoogte zijn gesteld. De bewindsman wil onder meer een informele procedure instellen en het direct uitbetalen van de proceskosten- en schadevergoedingen aan belanghebbenden mogelijk maken. Hiermee hoopt Van Rij het bewustzijn te bevorderen over het no-cure-no-pay-verdienmodel van professionele gemachtigden.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Waardering onroerende zaken