Het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe standaard btw-aangifte kan zeer nadelig uitpakken voor grote Nederlandse bedrijven. Als maandelijkse aangifte verplicht wordt, zal de mogelijkheid vervallen om per kwartaal aangifte te doen en dat kan grote bedrijven vele miljoenen aan werkkapitaal schelen.
Gijsbert Bulk, EMEIA Indirect Tax Leader van EY, wijst op die mogelijkheid in zijn reactie op het voorstel voor een standaard btw-aangifte dat de Europese Commissie vorige week bekendmaakte. "In het kader van een fiscaal stimuleringspakket werd in 2009 de mogelijkheid geschapen dat Nederlandse ondernemingen die maandelijks aangifte moesten doen, konden overstappen op kwartaalaangifte. Dat geeft liquiditeitsruimte. Daar is toen op grote schaal gebruik van gemaakt", aldus Bulk. Momenteel doet nog steeds het overgrote deel van de Nederlandse ondernemingen de btw-aangifte per kwartaal, zo blijkt uit cijfers van het ministerie van Financiën. Als het aan de Europese Commissie ligt, is dat vanaf 1 januari 2017 niet de standaard voor grote bedrijven. Mkb-ondernemingen met een omzet tot 2 miljoen euro houden wel de optie te kunnen kiezen voor kwartaalaangifte, zo staat in het voorstel.
 
Het aangiftetijdvak is een van de onderdelen waarop de btw-aangifte gestandaardiseerd wordt. Daarnaast wordt ook de inhoud uniform, ten minste in de kern. Het aangifteformulier van elk van de 28 lidstaten zal minimaal een vijftal velden bevatten en dat kan per lidstaat worden uitgebreid tot maximaal 26 velden. "Dat lijkt veel, maar bedenk dat er op dit moment landen zijn die meer dan honderd velden in het aangifteformulier hebben opgenomen", zegt Bulk. "Dus het gaat wel degelijk om een substantiële beperking van de administratieve lasten."

Beweging

Standaardisering en harmonisatie van de btw in beginsel daarom ook "goed nieuws" voor het bedrijfsleven, beaamt Herman van Kesteren, hoogleraar Belastingrecht aan de Universiteit van Tilburg en partner bij PwC. "Bedrijven die zakendoen in de hele Europese Unie moeten voor de btw 28 verschillende interne systemen in de lucht houden, met verschillende tijdvakken en verschillende te leveren data. Dat is duur. Daarom is men in principe blij met elke stap die gezet wordt op weg naar een Europese standaard voor de btw. Gaat het snel? Nee. Maar er zit ten minste beweging in en dat is positief."

Compromis van compromissen

Volgens Bulk, die namens EY zitting heeft in de Europese klankbordgroep voor de btw, heeft de Europese Commissie vooral gekozen voor pragmatisme in de aanpak van de btw-problematiek. "Nee, het gaat niet snel. Ook aan dit voorstel zijn lange onderhandelingen vooraf gegaan en je kunt het resultaat omschrijven als een compromis van compromissen. Maar het lijkt toch de enig mogelijke aanpak te zijn om enige vooruitgang te boeken. Vervolgens hoopt men dat een aantal landen een 'kopgroep' vormt door te kiezen voor het minimum aantal velden en dat dat voorbeeld later gevolgd wordt door andere."

Bloed vloeien

Of volledige harmonisatie ooit bereikt wordt, is de vraag. Van Kesteren: "In 2011 zijn in een green paper alle pijnpunten rondom de btw geïnventariseerd en toen is meteen ook besloten gewoon van start te gaan met de aanpak van de meest praktische punten. Over volledige harmonisatie ben ik niet heel optimistisch, ook niet op lange termijn." Bulk denkt overigens ook niet dat dat de bedoeling is. "Het green paper heeft niet de opzet van een dergelijk grand design." Volgende stappen zullen al lastig genoeg worden, meent Van Kesteren. "Bij het invoeren van een standaard btw-aangifte zal er nog geen bloed vloeien. Dat ligt anders als het gaat om vrijstellingen of bijvoorbeeld om de vraag hoe gemeenten voor de btw behandeld worden. Wil men daar op Europese schaal overeenstemming over bereiken, dan moeten individuele lidstaten offers brengen. En de bereidheid daartoe is in deze tijd niet groot."
 

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

3

Gerelateerde artikelen