UBO’s verdienen meer mogelijkheden om hun persoonlijke gegevens af te schermen van de openbaarheid. Dit schrijft de NOB in haar reactie op de internetconsultatie Implementatiebesluit registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies.

Nederland heeft er welbewust voor gekozen om een deels openbare UBO-registratie in te voeren, terwijl vanuit de EU voor trusts en trustachtigen een besloten register is vereist. Volgens de NOB is door de Nederlandse wetgever onvoldoende getoetst of die gedeeltelijke openbaarheid past binnen de grenzen van het recht op privacy. De afschermingsgronden die nu worden geboden zijn beperkt tot minderjarigheid, onder bewind- of curatelestelling door de kantonrechter en plaatsing op een nationale of regionale lijst voor politiebescherming.

Verder dringt de NOB aan op heroverweging van de ondergrens voor fondsen. In het concept-implementatiebesluit is een tegemoetkoming opgenomen voor fondsen voor gemene rekening met een groot aantal participanten. In beginsel zouden al die participanten als UBO kwalificeren, maar het implementatiebesluit brengt een ondergrens aan van 3 procent. De NOB pleit voor een ondergrens van 25 procent voor kwalificatie van participanten als UBO. De ondergrens van 25 procent wordt ook gebruikt voor de UBO-registratie in het Handelsregister.

Lees het gehele commentaar.

 

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Fiscaal ondernemingsrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht

0

Gerelateerde artikelen