Als de hypotheekrente volledig wordt afgeschaft en de waarde van de eigen woning als vermogen wordt belast, worden vooral jongere en oudere huizenbezitters geraakt. Rijkere woningbezitters hebben relatief minder last van die wijzigingen, die door bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank (DNB) worden bepleit. Dat stelt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) na een eigen doorrekening.
Jonge huishoudens zullen vooral getroffen worden door de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek. Het overhevelen van de eigen woning van box 1 naar box 3 bij de belastingen en die dus als vermogen te behandelen treft vooral oudere huishoudens waarvan het inkomen gedaald is, al worden ook jongere huishoudens hierdoor getroffen. Die verdienen namelijk vaak nog niet veel.
DNB bepleit dat de aanpassingen ervoor zorgen dat het kopen van een woning niet langer anders wordt behandeld dan het huren van woonruimte. Daarmee zou de woonmarkt beter in evenwicht moeten komen, maar volgens het EIB is dat effect zeer klein doordat de hypotheekrenteaftrek al eerder is beperkt.
Tegelijkertijd stelt het bouwinstituut dat de voorgestelde wijzigingen zorgen voor nog minder beweging op de woningmarkt. Door de hogere kosten zullen jonge gezinnen langer in hun woning blijven in plaats van een stap naar een groter huis te maken. Daardoor komen er minder woningen voor starters beschikbaar. Dit effect zal tijdens de hele overgangsperiode zichtbaar blijven, stelt het EIB.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is net als DNB voorstander van een verhuizing van het woningbezit en de daaraan gekoppelde schulden van box 1 naar box 3. Emeritus-hoogleraar fiscale economie Leo Stevens is echter zeer kritisch over het plan van DNB.
Bron: EIB