Na een uitvoerige analyse concludeert Advocaat-generaal Koopman tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de belastingplicht van Stichting Particulier Fonds X, gevestigd op Curaçao.
Stichting Particulier Fonds (SPF) X is gevestigd op Curaçao en belegt in Nederlands vastgoed. De inspecteur heeft bij de aanslagregeling voor de VPB over de jaren 2013-2015 telkens verliezen vastgesteld. Over de verliesvaststellingsbeschikkingen gaat dit geschil. X is van mening dat zij niet belastingplichtig is voor de VPB, maar transparant is. Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst het beroep van X af. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X belastingplichtig is voor de VPB. Het hof overweegt daartoe dat uit art. 8 lid 15 Wet VPB 1969 niet volgt dat fiscale transparantie voor de VPB in alle gevallen aan de hand van art. 2.14a Wet IB 2001 moet worden vastgesteld. Volgens het hof is X niet transparant omdat de UBO’s niet kunnen beschikken over haar vermogen alsof het hun eigen vermogen is en is X niet vergelijkbaar met een naar Nederlands recht opgerichte stichting. X gaat in cassatie.
Na een uitvoerige analyse concludeert Advocaat-generaal Koopman tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de belastingplicht van SPF X. Curaçao behoort tot de Nederlandse LGO’s (Landen en Gebieden Overzee) en is een ‘eigen’ LGO van Nederland. In de conclusie onderzoekt de A-G, aan de hand van de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU, onder andere of X zich kan beroepen op art. 63 VWEU. Uit deze jurisprudentie moet volgens de A-G worden afgeleid dat dat niet kan. Verder volgt daaruit volgens de A-G dat de vrijekapitaalverkeersbepaling uit het LGO-besluit van toepassing is op het kapitaalverkeer tussen een LGO en de lidstaat waartoe de LGO behoort.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 2.14a
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 3
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Editie: 17 september
Informatiesoort: VN Vandaag
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)