Rechtbank Rotterdam oordeelt dat X terecht een zuiveringsheffing bedrijfsruimte heeft ontvangen voor de woning die zij door arbeidsmigranten laat bewonen.

Aan belanghebbende, X is met dagtekening 30 november 2018 voor de jaren 2015 tot en met 2017 een aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte opgelegd. De heffingsambtenaar heeft de bezwaren tegen de aanslagen ongegrond verklaard, waarna X in beroep komt bij de rechtbank. In geschil is of de aanslag van 2015 tijdig is opgelegd en of de onroerende zaak terecht is aangemerkt als bedrijfsruimte.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat X terecht een zuiveringsheffing bedrijfsruimte heeft ontvangen voor de woning die zij door arbeidsmigranten laat bewonen. Er is sprake van een aanzienlijk waterverbruik, dat overeenkomt met het gebruik door 5 tot 7 personen. X stelt dat het hoge waterverbruik door een lekkage of door gebruik in de kas veroorzaakt wordt. X kan dit niet bewijzen en daarom slaagt deze grief ook niet. De arbeidsmigranten vormen geen gezin of een daarmee op één lijn staande leefeenheid. De woning moet daarom voor de zuiveringsheffing worden aangemerkt als bedrijfsruimte. Verder oordeelt de rechtbank dat de aanslag zuiveringsheffing 2015 tijdig is opgelegd op 30 november 2018. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Waterschapswet 122

Waterschapswet 116

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 17 december

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen