Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat X niet overtuigend heeft aangetoond dat hij het bedrag van € 24.599 als uitkoopsom aan C heeft betaald. De enkele stelling dat het bedrag bij C in de IB-heffing is betrokken, is daartoe onvoldoende.

Belanghebbende, X, drijft een onderneming in firmaverband met zijn ex-vrouw, C. De firma wordt begin 2009 ontbonden. Nadat de inspecteur ambtshalve een IB-aanslag 2009 heeft opgelegd, dient X alsnog een aangifte in. De inspecteur vermindert de aanslag vervolgens. Uiteindelijk is nog in geschil of een betaling van € 24.559 aan C aftrekbaar is.

Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat X niet overtuigend heeft aangetoond dat hij het bedrag van € 24.599 als uitkoopsom aan C heeft betaald. Het hof overweegt hierbij dat de enkele stelling van X dat het bedrag bij C in de IB-heffing is betrokken, daartoe onvoldoende is. Ook de stelling van X dat C heeft bevestigd dat zij IB over het bedrag van € 24.559 heeft betaald, is volgens het hof ontoereikend. X kan het bedrag niet in aftrek brengen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 6 juni

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen