Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Roemenië voor toepassing van de verleggingsregeling eist dat zowel de leverancier als de afnemer vooraf voor de BTW is geregistreerd.

De Roemeen VB verkoopt hout op stam. Naar aanleiding van een belastingcontrole stelt de Belastingdienst vast dat VB het BTW-plafond voor kleine ondernemers heeft overschreden en verplicht is om zich te registreren voor de BTW. De fiscus brengt vervolgens € 41.000 aan BTW in rekening in verband met de verkoop van het hout op stam. VB is het hier niet mee eens, omdat volgens hem de verleggingsregeling van toepassing is op de verkoop van hout op stam. Volgens VB is daarbij namelijk voldoende dat de twee betrokken marktdeelnemers belastingplichtig zijn. Volgens hem hoeft de leverancier niet te beschikken over een BTW-nummer. De Roemeense rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.  

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Roemenië voor toepassing van de verleggingsregeling eist dat zowel de leverancier als de afnemer vooraf voor de BTW is geregistreerd. Daarbij wordt opgemerkt dat deze Roemeense regeling niet in strijd is met de rechtspraak van het Hof van Justitie EU. De weigering om de verleggingsregeling toe te passen vormt namelijk geen aantasting van het recht op aftrek van voorbelasting door de begunstigde van de betrokken verrichting en daarmee evenmin van het beginsel van fiscale neutraliteit.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 4 juli

26

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen