X ontvangt een aanmaning van de gemeente omdat de aanslag afvalstoffenheffing nog niet is betaald. Meteen na ontvangst van de aanmaning maakt X bezwaar tegen de aanslag. X zegt het aanslagbiljet nooit te hebben ontvangen. Daarom kon hij niet eerder bezwaar maken. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaarschrift alsnog niet-ontvankelijk omdat de bezwaartermijn volgens hem is verstreken. Hij vindt dat X belastingplichtige is. X heeft immers een contract afgesloten met het waterleidingbedrijf.
Hof Amsterdam acht aannemelijk dat X geen aanslagbiljet heeft ontvangen. Ten tijde van de aanslagoplegging bestond namelijk onduidelijkheid over de woonplaats van X. De bezwaartermijn vangt daarom in dit geval aan op het moment dat X weet dat aan hem een aanslag is opgelegd. De aanmaningsbrief kwalificeert niet als bekendmaking. Bij de aanmaningsbrief is namelijk geen kopie van de aanslag meegestuurd. Daarnaast vermeldt deze brief geen opbouw van het bedrag aan afvalstoffenheffing. Het enkel noemen van een aanslagnummer en bedrag is dus niet voldoende, aldus het hof. Het bezwaar is alsnog ontvankelijk. Het hoger beroep tegen de aanslag is overigens wel ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 22j
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Milieuheffingen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 6 juli