Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de WOZ-waardering van het jongveeopfokbedrijf van X voldoende rekening heeft gehouden met de aanwezigheid van asbesthoudende dakbedekking op de opstallen van vóór 1992. 

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een onroerende zaak waarin hij een jongveeopfokbedrijf exploiteert. De onroerende zaak bestaat uit een traditioneel bedrijfsgebouw, twee jongveestallen, vier mestkelders, drie werktuigenbergingen, twee potstallen en een plaat-/sleufsilo. In geschil is de WOZ-waarde van het geheel voor belastingjaar 2013.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de WOZ-waardering van het jongveeopfokbedrijf van X voldoende rekening heeft gehouden met de aanwezigheid van asbesthoudende dakbedekking op de opstallen van vóór 1992. X heeft niet aannemelijk gemaakt waarom de aftrek € 66.164 moet zijn in plaats van de door de heffingsambtenaar gehanteerde aftrek van € 18.263. Ook verder heeft de gemeente, met een taxatierapport waarin de waarde wordt getaxeerd op € 655.000, voldoende aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde van € 549.000 niet te hoog is. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 13 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen