Belastingadviseur X doet aangifte inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen 2016. Daarbij verzuimt hij een bankrekening in Hong Kong als bezitting in box 3 aan te geven. Voordat de primaire aanslag IB 2016 is geregeld informeert X de inspecteur over dit verzuim. De primaire aanslag IB 2016 volgt langs geautomatiseerde weg. Daarna verstrekt X meer details over het verzwegen vermogen via de indiening van een herziene aangifte IB 2016. De inspecteur legt een navorderingsaanslag op met belastingrente. X komt in bezwaar tegen de belastingrente. De inspecteur vermindert de belastingrente, maar handhaaft de navorderingsaanslag. Na afwijzing van het beroep van X door de rechtbank, komt X in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt eerst vast –op basis van de parlementaire geschiedenis – dat het bezwaar tegen de beschikking belastingrente tevens bezwaar inhoudt tegen de navorderingsaanslag. Het hof stelt vervolgens vast dat geen sprake is van een nieuw feit, maar dat de kwade trouw ten tijde van het doen van aangifte IB 2016 navordering mogelijk maakt. Het feit dat X tot inkeer is gekomen doet daar niet aan af. Beroep ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 24a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 24 november