Volgens A-G IJzerman is het niet toegestaan dat gemeenten achteraf kosten toevoegen aan de geraamde lasten voor de rioolheffing.

X is een toegelaten instelling werkzaam op het gebied van de volkshuisvesting. X komt op tegen aanslagen rioolheffing 2013 en 2014 van (na bezwaar) € 269.753,40 respectievelijk € 284.782,77. X stelt de opbrengstlimiet aan de orde, inhoudende dat de begrote baten van de rioolheffing de begrote lasten niet mogen overschrijden. X stelt dat de gemeente ten onrechte bepaalde kosten achteraf heeft opgenomen in de raming terwijl deze kosten oorspronkelijk niet tot deze ramingen behoorden. Rechtbank Noord-Holland en Hof Amsterdam wijzen de grieven van X af.

Volgens A-G IJzerman is het niet toegestaan dat gemeenten achteraf kosten toevoegen aan de geraamde lasten voor de rioolheffing. De gemeente Oostzaan heeft dit wel gedaan met de perceptiekosten en de kosten van het vegen van wegen. Dit achteraf toevoegen acht de A-G in strijd met de huidige stand van de jurisprudentie en daarmee ontoelaatbaar (HR 27 september 2019, 19/01561, V-N 2019/46.20). Dit veroorzaakt een overschrijding van de opbrengstlimiet in 2013 en 2014 van 13,5% respectievelijk 7,9%. Dit moet leiden tot een vernietiging van de aanslag 2013 en een vermindering van de aanslag 2014 met 7,9%. De A-G adviseert de Hoge Raad de grieven van X over de strijdigheid van de aanslagen met de Kaderrichtlijn Water, schending van het gelijkheidsbeginsel en de onduidelijkheid van de verordening af te wijzen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Gemeentewet 217

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 27 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen