De Hoge Raad oordeelt dat ten tijde van de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst moet worden beoordeeld of is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de 30%-regeling. Volgens de Hoge Raad strookt dit namelijk met de gedachte die ten grondslag heeft gelegen aan de 30%-regeling.
Belanghebbende, X, woont in Duitsland, binnen 150 km van de grens. Op 22 december 2011 sluit X een arbeidsovereenkomst met Z bv. Het dienstverband vangt aan op 1 januari 2012. X verzoekt de inspecteur om de 30%-regeling vanaf 1 augustus 2012 toe te passen. De inspecteur wijst het verzoek af. Hij wijst er daarbij op dat de afstandseis sinds 1 januari 2012 geldt, en dat X daar niet aan voldoet. X stelt dat de arbeidsovereenkomst in 2011 tot stand is gekomen, en dat de afstandseis niet van toepassing is. Hof Den Haag oordeelt dat dat de afstandseis losstaat van de deskundigheidstoets. Het hof wijst er vervolgens op dat uitdrukkelijk is bepaald dat in de periode van 24 maanden voorafgaand aan de aanvang van de tewerkstelling in Nederland moet worden getoetst of is voldaan aan de afstandseis. De datum van het sluiten van de arbeidsovereenkomst is in dat kader derhalve niet van belang, maar de datum van de tewerkstelling in Nederland (1 januari 2012). Het hof wijst daarbij ook op de achtergrond van de bepaling. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat ten tijde van de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst moet worden beoordeeld of is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de 30%-regeling. Volgens de Hoge Raad strookt dit namelijk met de gedachte die ten grondslag heeft gelegen aan de 30%-regeling: het aantrekken van schaarse specifieke deskundigheid via een faciliteit waarmee het netto besteedbare loon van de werknemer wordt verhoogd. Het gelijk is aan X.
Lees ook het thema De 30%-regeling
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10e
Wet op de loonbelasting 1964 31a