X heeft vorderingen op Bedrijf 1 BV, waarvan hij enig aandeelhouder is. In 2011 moeten de uitkeringen uit een in eigen beheer gehouden loondervingsstamrecht ingaan. Dat is niet gebeurd. De inspecteur betrekt de waarde van de aanspraak ad € 108.693 in een navorderingsaanslag IB/PVV 2011. X stelt dat hij zijn vorderingen moet afwaarderen, zodat hij een bedrag van € 207.990 als verlies in box 1 in aanmerking moet nemen. In geschil is onder meer of X zijn vorderingen mag afwaarderen als negatief resultaat uit terbeschikkingstelling.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat eiser een deel van zijn vorderingen kan afwaarderen. De inspecteur maakt aannemelijk dat de vanaf 2004 verstrekte leningen onzakelijk zijn. Ook de vanaf 2004 in rekening-courant geboekte geldverstrekkingen zijn onzakelijk. Daarmee kan X in beginsel alleen de tot 2004 verstrekte bedragen afwaarderen. Het afwaarderingsverlies van € 111.261 komt ten laste van X' inkomen als negatief resultaat uit terbeschikkingstelling. X' beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.95
Wet inkomstenbelasting 2001 3.92
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 2 februari