X brengt in zijn aangifte IB/PVV 2014 giften in aftrek. Het betreft een gewone gift van € 900 en een periodieke gift van € 1.500 aan dezelfde stichting. De gewone gift betreft de schenking van een vrijwilligersvergoeding voor 40 weken x 5 uur per week á € 4,50 per uur. De periodieke gift is vastgelegd in een overeenkomst met de stichting, ingaande op 1 januari 2014. De inspecteur staat de giftenaftrek niet toe.
Volgens Rechtbank Noord-Nederland maakt X niet aannemelijk dat de stichting de vrijwilligersvergoeding van € 900 aan hem had kunnen betalen. Er is niet voldaan aan de voorwaarden van art. 6.36 lid 1 onderdeel c Wet IB 2001. Het afzien van de vrijwilligersvergoeding door X is dan niet als gewone gift bij hem aftrekbaar. De periodieke gift aan de stichting is ook niet aftrekbaar. X maakt deze gift met de door hem overgelegde kwitantie niet aannemelijk. De kwitantie vermeldt niet de naam van de persoon die het bedrag in ontvangst heeft genomen. Ook op andere manieren slaagt X er niet in aannemelijk te maken dat de gift op hem heeft gedrukt. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.34
Wet inkomstenbelasting 2001 6.35
Wet inkomstenbelasting 2001 6.36
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 15 maart