Hof Amsterdam oordeelt dat het algemene tarief van toepassing is op de diensten die X bv aanbiedt. Geen van de afzonderlijke elementen van de door X bv verrichte dienst heeft namelijk de overhand. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X bv exploiteert een gaysauna. Bij de entreeprijs zijn een handdoek en een consumptie inbegrepen. Naast de gebruikelijke faciliteiten beschikt de sauna ook over een darkroom en een gloryhole-carrousel. In geschil is het van toepassing zijnde BTW-tarief. Volgens de inspecteur is er namelijk sprake van het gelegenheid geven tot seksueel vermaak, waarop het algemene tarief van toepassing is. X bv stelt dat er sprake is van het geven van gelegenheid tot sportbeoefening en baden. Volgens X bv gaan het in de toegangsprijs begrepen gebruik van een handdoek en drankje naar keuze op in die prestatie, en dienen de faciliteiten voor het hebben van seksuele contacten slechts om het saunabezoek aantrekkelijker te maken. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing is op de entreeprijs (V-N 2018/21.2.6). De rechtbank acht het namelijk aannemelijk dat de saunafaciliteiten voorop staan voor de gemiddelde gaysauna-bezoeker.
Hof Amsterdam (V-N 2019/20.1.2) oordeelt dat geen van de afzonderlijke elementen van de door X bv verrichte dienst de overhand heeft. Volgens het hof is juist de combinatie van de elementen sauna en gelegenheid geven tot het hebben van seks kenmerkend voor de dienst van X bv. De elementen moeten dan als nevengeschikt worden aangemerkt. Het hof acht daarbij onder andere van belang dat de ruimten waar men seks kan hebben en de saunaruimten met elkaar in open verbinding staan. Ook blijkt uit reviews en verklaringen van klanten dat het de modale klant van X bv om het ‘totaalpakket’ gaat, waarbij het accent per klant verschillend kan zijn. Er is volgens het hof dan sprake van een dienst waarop het algemene tarief van toepassing is. Het gelijk is aan de inspecteur.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 3
Wet op de omzetbelasting 1968 Tab I-B
Wet op de omzetbelasting 1968 9