Hof Arnhem-Leeuwarden handhaaft de aan X opgelegde ambtshalve aanslagen nu deze gebaseerd zijn op een redelijke schatting door de inspecteur. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X dient ondanks een herinnering en aanmaning zijn aangifte ib/pvv over het jaar 2013 niet in. De inspecteur legt vervolgens ambtshalve aanslagen ib/pvv en Zvw op. Ook is belastingrente in rekening gebracht en is een verzuimboete opgelegd. X maakt bezwaar en verzoekt zes weken uitstel voor de nadere motivering daarvan. De inspecteur staat dit toe. X zendt echter ook de motivering van het bezwaar niet in. De inspecteur wijst het bezwaar vervolgens af en ook het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK III, 23 mei 2018, 17/00335 en 17/00336, V-N Vandaag 2018/1146) beslist dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. Het hof onderschrijft de conclusie van de rechtbank dat sprake is van een redelijke schatting door de inspecteur. X slaagt er niet in om overtuigend aan te tonen dat de inspecteur het inkomen te hoog heeft vastgesteld. Het hof ziet geen reden voor matiging van de verzuimboete. Het hoger beroep is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Lees ook de thema's Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter en Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 28 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen