Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de hoofdregel dat bij verhuizing naar een andere woning binnen hetzelfde waterschap geen nieuwe aanslag kan worden opgelegd, hier niet geldt.

Belanghebbende, X, en zijn echtgenoot (hierna: A) bewonen samen een woning. Hoewel X de oudste in leeftijd is, ontvangt A de aanslag zuiveringsheffing van GBLT. Dit omdat A in het verleden heeft verzocht om te worden aangemerkt als heffingsplichtige. Na de verhuizing in de loop van 2016 legt GBLT voor de rest van het jaar een aanslag voor de nieuwe woning op aan X. Tegen deze nieuwe aanslag komt X op. Hij beroept zich op een bepaling in de verordening op grond waarvan bij verhuizing geen nieuwe aanslag wordt opgelegd “indien de heffingsplichtige in de loop van het heffingsjaar het gebruik van een woonruimte beëindigt en direct aansluitend het gebruikt krijgt van een woonruimte die eveneens in het gebied van het waterschap ligt en er vanuit de nieuwe woonruimte eveneens wordt afgevoerd (…)”.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de hoofdregel dat bij verhuizing naar een andere woning binnen hetzelfde waterschap geen nieuwe aanslag kan worden opgelegd, hier niet geldt. Uit de toelichting op de verordening blijkt dat de regeling waarop X zich beroept alleen van toepassing is indien de heffingsplichtige ongewijzigd blijft. In dit geval is het verzoek van X om zijn echtgenoot aan te merken als heffingsplichtige voor de oude woning niet herhaald voor de nieuwe woning. Dit betekent dat er sprake is van een nieuwe heffingsplichtige. De heffingsambtenaar heeft daarom terecht een aanslag aan X opgelegd voor het na de verhuizing resterende deel van 2016. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 28 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen