De civiele kamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat Baker Tilly toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst van opdracht. Zij moet de door Enki geleden schade vergoeden, nader op te maken bij staat.

A is dga van het Slowaakse Enki-Ptah Respect SRO en van Klein Stokkert Beheer bv. In de jaren 2007 - 2012 maakt A regelmatig gebruik van de diensten van Baker Tilly nv. In 2012 komt onder begeleiding van Baker Tilly een aandelenfusie tot stand waarbij Enki de aandelen KSB verwerft tegen uitreiking van eigen aandelen. Een en ander wordt uitgevoerd omdat A 50% van de aandelen in Enki wil schenken aan zijn zoon. In 2016 legt de Duitse fiscus een aanslag Grunderwerbsteuer op aan Enki. Een van de Duitse vennootschapen van KSB bezit namelijk omvangrijk vastgoed in Duitsland. Enki is van mening dat Baker Tilly toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst van opdracht en eist schadevergoeding.

De civiele kamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat Baker Tilly toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst van opdracht. Zij moet de door Enki geleden schade vergoeden, nader op te maken bij staat. Volgens het hof moet Baker Tilly namelijk, in de optiek van Enki, worden aangemerkt als de daarvoor aanspreekbare eindverantwoordelijke opdrachtnemer voor het hele traject. Daarbij is van belang dat een schriftelijke opdrachtbevestiging ontbreekt. Niet van belang is dat A zelf de regie voerde over alle trajecten, bepaalde wat er gebeurde en hoe het moest gebeuren. Volgens het hof is dat inherent aan de relatie opdrachtgever - opdrachtnemer en ontneemt dat niet aan Baker Tilly, die speciaal was ingeschakeld voor de herstructurering en de schenking, haar eindverantwoordelijkheid als opdrachtnemer. Ook acht het hof van belang dat Baker Tilly zich er van bewust was dat bij de Duitse vennootschappen problemen konden rijzen wat betreft de schenkbelasting en verdamping van verrekenbare verliezen. Baker Tilly is volgens hof dan ook verantwoordelijk voor de Duitse fiscaalrechtelijke aspecten. De poging van Baker Tilly om haar verantwoordelijkheid in verband met de Duitse onroerende zaak af te schuiven op F, die was ingeschakeld voor een second opinion, vindt verder ook geen genade in de ogen van het hof.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 6 101

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Verbintenissenrecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 12 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen