Het Hof van Justitie EU oordeelt dat apotheek Firma Z haar maatstaf van heffing niet mag verlagen met de korting die zij toekent aan personen met een verplichte zorgverzekering. De leveringen die Z aan de verzekeraar van deze personen verricht, zijn namelijk vrijgestelde ICL’s.

Firma Z, een Nederlandse apotheek, levert receptplichtige geneesmiddelen naar Duitsland. Aan patiënten die een vragenlijst invullen, kent Z een vergoeding toe. Z is van mening dat de plaats van levering voor leveringen aan personen die zijn aangesloten bij de verplichte zorgverzekering vanaf 1 oktober 2013 in Nederland is gelegen. Zij is dan ook van mening dat de BTW-vrijstelling voor ICL’s op deze leveringen van toepassing is. Over deze verwervingen moeten de verzekeraars dan BTW betalen in Duitsland. Firma Z meent verder dat zij haar maatstaf van heffing voor de leveringen die in Duitsland waren verricht aan personen die zijn aangesloten bij een particuliere zorgverzekering kan verlagen met het bedrag van de vergoeding die was betaald aan personen die zijn aangesloten bij de verplichte zorgverzekering. De Duitse fiscus is het hier niet mee eens. De Duitse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat apotheek Firma Z haar maatstaf van heffing niet mag verlagen met de korting die zij toekent aan personen met een verplichte zorgverzekering. De leveringen die Z aan de verzekeraar van deze personen verricht, zijn namelijk vrijgestelde ICL’s. Hierbij is verder ook van belang dat Z niet beschikt over een maatstaf van heffing die kan worden herzien. Ook is het niet mogelijk om de verlaging van de maatstaf van heffing voor de ene handeling in aanmerking te nemen bij de berekening van de maatstaf van heffing van een andere handeling.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Editie: 12 maart

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen