Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X haar beroep op overschrijding van de opbrengstlimiet bij de zuiveringsheffing onvoldoende heeft gemotiveerd. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat de aanslag zuiveringsheffing tot het juiste bedrag is opgelegd.

Belanghebbende, X, is het niet eens met een aanslag zuiveringsheffing 2016 van het waterschap Aa en Maas. Zij stelt onder meer dat het waterschap de opbrengstlimiet heeft overschreden.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X haar beroep op overschrijding van de opbrengstlimiet bij de zuiveringsheffing onvoldoende heeft gemotiveerd. De heffingsambtenaar heeft met gegevens uit de programmabegroting 2016 inzicht verschaft in de ramingen. X heeft vervolgens niet in twijfel getrokken dat één of meer posten als “last ter zake” kan (kunnen) worden aangemerkt of dat een bate (volledig) in de ramingen is betrokken. Dan komt de rechtbank niet toe aan de overige eisen die de Hoge Raad stelt aan de motivering die de heffingsambtenaar geeft voor zijn betwisting van de opbrengstlimiet. De heffingsambtenaar heeft verder voldoende aannemelijk gemaakt dat de aanslag zuiveringsheffing tot het juiste bedrag is opgelegd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 24 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen