X ontvangt een uitkering van het UWV waaronder ook een uitkering wegens hulpbehoevendheid. X krijgt een aanslag IB/PVV voor 2019 opgelegd en gaat hiertegen in bezwaar. In geschil is of de uitkering wegens hulpbehoevendheid terecht tot het belastbaar inkomen van eiser is gerekend. X is van mening dat het belasten van die uitkering een schending is van art. 1 EVRM en dit een buitensporige last oplevert.
De rechtbank overweegt dat de keuze van de wetgever om de uitkering niet vrij te stellen van inkomstenbelasting geen schending van art. 1 EVRM oplevert. Ook niet als daardoor het toetsingsinkomen stijgt en hierdoor geen of minder aanspraak kan worden gemaakt op inkomensafhankelijke regelingen. Indien er sprake is van een individuele en buitensporige last is er plaats voor een ingrijpen door de rechter. De bewijslast hiervoor ligt bij X, en naar het oordeel van de rechtbank heeft X dit onvoldoende aannemelijk gemaakt. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 21 juni