Belanghebbende, X, heeft beroep ingesteld tegen een groot aantal (navorderings)aanslagen IB/PVV en vermogensbelasting. In geschil is allereerst of de inspecteur terecht weigert bepaalde stukken in het geding te brengen.
De geheimhoudingskamer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur gedeelten van de overeenkomst met de tipgever openbaar moet maken. De rechtbank overweegt dat de Staat der Nederlanden welbewust en weloverwogen de beslissing heeft genomen een overeenkomst aan te gaan met een tipgever en deze in ruil voor verstrekte informatie een financiële vergoeding in het vooruitzicht te stellen. De inspecteur heeft vervolgens de informatie die op deze wijze is verkregen gebruikt voor het opleggen van belastingaanslagen en vergrijpboeten aan (kennelijk onder meer) X. De rechtbank is van oordeel dat de belangen die de inspecteur heeft aangevoerd niet van zodanig gewicht zijn dat de belangen aanzienlijk zwaarder wegen dan het belang van X om over ongeschoonde stukken te beschikken. De rechtbank maakt, naast voor de naam van de tipgever, een uitzondering voor de passage waarin inzicht wordt gegeven in de jaren waarover de tipgever informatie aan de Belastingdienst heeft verstrekt. Indien deze informatie bekend wordt dan kunnen vermeende rekeninghouders uit het Project Derde Categorie en uit vergelijkbare "rekeningenprojecten" anticiperen, bijvoorbeeld bij de bepaling welke informatie zij vrijwillig aan de belastingdienst en/of de rechter verstrekken. Voor het overige wijst de geheimhoudingskamer het verzoek van de inspecteur om beperkte kennisneming van stukken toe.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 21 maart