Onder omstandigheden kan België, unilateraal, bepalen dat een gedetacheerde werknemer, alhoewel deze reeds is onderworpen aan de sociale zekerheid van de lidstaat waar zijn werkgever zijn werkzaamheden normaliter verricht, onder de Belgische socialezekerheidswetgeving valt. Dat kan bijvoorbeeld als de afgifte van een A1-verklaring door het socialezekerheidsorgaan van deze lidstaat, misbruik van recht vormt. Volgens de Europese Commissie is dit echter in strijd met het EU-recht. De EC start daarom een precontentieuze procedure tegen België.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Belgische regeling ten aanzien van gedetacheerde werknemers in strijd met het EU-recht is. Volgens het Hof van Justitie EU druist het namelijk in tegen het beginsel dat werknemers in loondienst slechts bij één socialezekerheidsregeling zijn aangesloten, dat België unilateraal kan bepalen dat gedetacheerde werknemers onder de Belgische socialezekerheidswetgeving vallen. Ook merkt het Hof van Justitie EU nog op dat de regeling zich niet verdraagt met het EU-recht waarbij wordt geregeld welke procedure moet worden gevolgd als zich bij de uitleg en de toepassing van de verordeningen moeilijkheden voordoen. Het Hof van Justitie EU stelt dan ook vast dat België niet de verplichtingen is nagekomen die op hem rusten krachtens het EU-recht.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 18 juli