Rechtbank Noord-Holland handhaaft de aan X opgelegde beschikking gewijzigde heffingsgrondslag. Deze is overeenkomstig het correctiebeleid van de fiscus vastgesteld. Er is sprake van repeterende onjuistheden.

In zijn aangifte IB/PVV 2013 claimt X onder andere aftrek van specifieke zorgkosten. De aanslag wordt conform de aangifte opgelegd. Pas daarna stelt de inspecteur vragen over de onderbouwing van de in aftrek gebrachte specifieke zorgkosten. X slaagt er niet in de zorgkosten te onderbouwen. De inspecteur beperkt de in aftrek gebrachte specifieke zorgkosten. Gevolg is de in geschil zijnde beschikking gewijzigde heffingsgrondslag.

Volgens Rechtbank Noord-Holland heeft de inspecteur bij het vaststellen van de aanslag niet hoeven twijfelen aan de juistheid van de in de aangifte van X opgenomen gegevens. Aan het vereiste van het nieuwe feit is voldaan. Dat de door het kantoor van de gemachtigde van X ingediende aangiften vanaf begin 2015 als 'verdacht' zouden zijn aangemerkt en daarom aan verscherpte controles zijn onderworpen, betekent niet dat in gevallen waarin controle achterwege is gebleven reeds sprake is van een ambtelijk verzuim. De aangifte IB/PVV 2013 is op 13 oktober 2014 ingediend, op basis waarvan op 14 april 2015 een aanslag is opgelegd. Er is volgens de rechtbank geen sprake van een ambtelijk verzuim. De navorderingsaanslag is opgelegd conform het interne correctiebeleid van de Belastingdienst bij navordering. De gecorrigeerde onjuistheden hebben zich voorgedaan in de aangiftes van X over de jaren 2012 en 2013 zodat sprake is van repeterende onjuistheden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 23 juni

84

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen