Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een bestuursorgaan een beleid mag voeren dat hoorzittingen in beginsel in persoon en niet telefonisch plaatsvinden.

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een WOZ-beschikking van de gemeente Huizen. In hoger beroep is evenals in beroep in geschil of de heffingsambtenaar de hoorplicht heeft geschonden door te weigeren de gemachtigde van X telefonisch te horen. Rechtbank Gelderland oordeelde dat dit het geval is en verklaarde het beroep van X gegrond.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een bestuursorgaan een beleid mag voeren dat hoorzittingen in beginsel in persoon en niet telefonisch plaatsvinden. Nu uit de wetsgeschiedenis volgt dat beide partijen moeten instemmen met telefonisch horen, heeft een bezwaarmaker niet het recht om telefonisch te worden gehoord. De heffingsambtenaar heeft het beleid om niet telefonisch te horen voldoende onderbouwd. Omdat X heeft aangegeven alleen telefonisch gehoord te willen worden, hoefde de heffingsambtenaar hem niet alsnog uit te nodigen voor een fysieke hoorzitting. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar de hoorplicht niet heeft geschonden. Het hof verwijst de zaak terug naar de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 7 februari

26

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen