De wrakingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat rechters niet verplicht zijn om voorafgaande aan de mondelinge behandeling te beslissen op de verzoeken om een deskundige te benoemen respectievelijk getuigen op te roepen.

Belanghebbende, X, dient een wrakingsverzoek in tegen de raadsheren van Hof 's-Hertogenbosch die zijn zaak zullen behandelen. X stelt dat de raadsheren hebben verzuimd om voorafgaande aan de mondelinge behandeling van de hogere beroepen te reageren op de verzoeken om A te benoemen als deskundige en de rechter van de rechtbank die de zaak in eerste aanleg heeft behandeld op te roepen als getuige.

De wrakingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat rechters niet verplicht zijn om voorafgaande aan de mondelinge behandeling te beslissen op de verzoeken om een deskundige te benoemen respectievelijk getuigen op te roepen. Uit de wet noch uit de jurisprudentie volgt een dergelijke processuele verplichting. Verder is de wrakingskamer van oordeel dat X de bevoegdheid om wrakingsverzoeken in te dienen misbruikt, en bepaalt dat een volgend verzoek om wraking in de onderhavige zaken niet in behandeling wordt genomen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 7 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen