De heer X claimt in zijn IB-aangifte over 2001 € 6.026 scholingsuitgaven te hebben gedaan. Na toepassing van de drempel van € 500 is daarvan € 5.526 aftrekbaar. In de beroepsfase verleent de inspecteur alleen aftrek voor het collegegeld van € 1.378. Rechtbank Noord-Nederland beslist dienovereenkomstig. X stelt in hoger beroep dat zijn studiefinanciering (tempobeurs) van 1996 tot en met 2000 is omgezet in een rentedragende lening en dat hij in verband daarmee in 2011 € 3.687 heeft betaald aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Voorts overlegt X bonnen van aangeschafte studieboeken.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat betalingen van rente en aflossing met betrekking tot een studieschuld niet kunnen worden aangemerkt als aftrekbare studiekosten. Dat geldt ook voor de onderhavige studieschuld. Slechts betalingen voor collegegeld, boeken of andere met de studie samenhangende uitgaven zijn aftrekbaar. De studiefinanciering is voorts niet pas in 2011, maar al veel eerder omgezet in een rentedragende lening, nl. in de jaren 1996 t/m 2000. Nog los van de vraag of de omzetting van de door X ontvangen tempobeurs gelijkgesteld kan worden met de omzetting van een prestatiebeurs als bedoeld in art. 6:29 Wet IB 2001, voldoet X dus voor 2011 niet aan de voorwaarden voor aftrek. Het standpunt van de inspecteur dat alsnog € 48 aftrek kan worden verleend voor de aanschaf van studieboeken wordt gevolgd. De overige bonnen zijn onleesbaar. Het beroep van X is slechts gedeeltelijk gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6:27
Wet inkomstenbelasting 2001 6:29
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 25 augustus