Hof Amsterdam beslist dat het bezwaar van X bv tegen de beschikking eigenrisicodragerschap WGA terecht door termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is verklaard.

X bv is bij beschikking van 14 april 2011 met ingang van 1 juli 2011 aangemerkt als eigenrisicodrager voor de WGA. Op 16 augustus 2011 deelt de verzekeringsmaatschappij de Belastingdienst mee dat de verzekering voor het eigenrisicodragerschap WGA van X bv is beëindigd. Op 25 oktober 2011 stuurt de inspecteur X bv een mededeling “Einde eigenrisicodragen WGA” per 19 augustus 2011. X bv maakt op 26 juli 2016 bezwaar tegen de beschikking van 14 april 2011. Dit bezwaar wordt vanwege termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.

Volgens Hof Amsterdam is het aannemelijk dat de beschikking van 14 april 2011 naar het juiste adres van X bv is verstuurd. X bv heeft het vermoeden van ontvangst van de beschikking op dat adres niet ontzenuwd. Het had voor de hand gelegen, indien X bv de beschikking niet had ontvangen, dat zij contact had gezocht met de Belastingdienst na ontvangst van de mededeling van 25 oktober 2011. Vanuit de optiek van X bv bezien was er immers helemaal geen eigenrisicodragerschap ontstaan dat zou kunnen worden beëindigd. Het bezwaar is terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Het hoger beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Premieheffing

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 30 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen