Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Frankrijk de representatieve waarde van de intracommunautaire overbrengingen mag includeren in de heffingsgrondslag voor de sociale solidariteitsbijdrage en de aanvullende bijdrage.

Lubrizol France SAS is onderworpen aan de heffing van de sociale solidariteitsbijdrage en de aanvullende bijdrage. Hierbij wordt de jaaromzet gebruikt als heffingsgrondslag. Tijdens een controle wordt vastgesteld dat Lubrizol ten onrechte het bedrag van de intracommunautaire overbrengingen heeft afgetrokken van de heffingsgrondslag. Volgens Lubrizol hoeft er echter geen rekening te worden gehouden met de intracommunautaire overbrengingen, aangezien zij nog eigenaar is van de goederen die naar andere EU-lidstaten zijn overgebracht, en kunnen deze overbrengingen niet worden aangemerkt als verkoop, en dus evenmin als omzet. De Franse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Frankrijk de representatieve waarde van de intracommunautaire overbrengingen mag includeren in de heffingsgrondslag voor de sociale solidariteitsbijdrage en de aanvullende bijdrage. Ook mag Frankrijk deze waarde in aanmerking nemen vanaf het moment van overbrenging. Volgens het Hof van Justitie EU is niet van belang dat de waarde van de goederen, als zij binnen Frankrijk worden overgebracht, pas in de grondslag wordt opgenomen wanneer zij vervolgens worden verkocht. Het Hof van Justitie EU stelt daarbij wel een aantal voorwaarden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 30

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 28

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Premieheffing

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 18 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen