Bij de ten onrechte toegekende inkomensafhankelijke combinatiekorting is sprake van een beoordelingsfout van de inspecteur. Navordering is volgens de Hoge Raad niet mogelijk.
In de gewijzigde aangifte ib/pvv 2010 claimt X zelfstandigenaftrek. Het aangifteprogramma van de Belastingdienst kent X naar aanleiding daarvan automatisch de inkomensafhankelijke combinatiekorting (iack) toe. Dat de iack is toegekend, is voor de inspecteur te zien aan het kruisje dat in de aangifte achter de iack is geplaatst. Bij het vaststellen van de aanslag van 7 maart 2013 wordt de zelfstandigenaftrek gecorrigeerd. De iack blijft gehandhaafd. In het jaar 2014 ontdekt de Belastingdienst dat in de jaren 2008 tot en met 2012 in 40.000 gevallen de iack ten onrechte is toegekend. Dit is ook bij X het geval. In geschil is of er kan worden nagevorderd. De inspecteur stelt dat sprake is van een automatiseringsfout. Navordering op grond van art. 16 lid 2 onderdeel c AWR is dan mogelijk. Het hof vernietigt de navorderingsaanslag omdat sprake is van een niet-navorderbare beoordelingsfout. De staatssecretaris komt in cassatie.
Volgens de Hoge Raad heeft de inspecteur al bij de aanslagregeling een melding gekregen. Deze vormde de aanleiding tot het instellen van nader onderzoek naar het al dan niet toekennen van ‘ondernemersfaciliteiten’. Bij een behoorlijke taakvervulling had dat onderzoek niet beperkt mogen zijn tot de vraag of X in aanmerking kwam voor de zelfstandigen- of de startersaftrek. De inspecteur had ook moeten vaststellen of de met toekenning van die zelfstandigenaftrek rechtstreeks verband houdende iack terecht was verleend. Het achterwege blijven van dat onderzoek moet worden aangemerkt als een verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur. Navordering is dan niet mogelijk. Het beroep in cassatie is ongegrond.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 18 juni