Hof Arnhem-Leeuwarden verwerpt het standpunt van X dat art. 228a Gemeentewet in strijd is met enige bepaling uit de KRW.

Belanghebbende, X, is het niet eens met een aanslag rioolheffing 2010. Hij stelt dat art. 228a Gemeentewet in strijd is met art. 9 lid 1 van de Kaderrichtlijn water (hierna: KRW), omdat er geen kostenterugwinning is volgens het principe ‘de vervuiler betaalt'. De rioolheffing als waterprijsbeleid bevat geen adequate prikkels voor de gebruikers om de watervoorraden efficiënt te benutten en in de rioolheffing zijn de watergebruikssectoren niet ten minste onderverdeeld in huishoudens, bedrijven en landbouw.

Hof Arnhem-Leeuwarden verwerpt het standpunt van X dat art. 228a Gemeentewet in strijd is met enige bepaling uit de KRW. Immers de KRW verbiedt invoering of instandhouding van een rioolheffing niet. De door X ingenomen stellingen kunnen hooguit leiden tot de conclusie dat de verplichtingen die voor Nederland voortvloeien uit de KRW niet correct zijn geïmplementeerd. Deze conclusie, zo deze al juist zou zijn, zou echter niet tot gevolg hebben dat art. 228a Gemeentewet verbindende kracht zou ontberen. De rechtbank heeft naar het oordeel van het hof terecht geoordeeld dat een rechtstreeks beroep op art. 9 KRW niet mogelijk is, aangezien de bewoordingen waarmee dit artikel verplichtingen oplegt aan de lidstaten een zodanige beoordelings- en beleidsvrijheid ten aanzien van de uitvoering daarvan kennen, dat er geen voldoende nauwkeurig bepaalde verplichting is. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen