Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het vaststellen van een herziene NiNbi-beschikking er niet toe leidt dat ook de oorspronkelijke NiNbi-beschikking niet meer geldig is. Volgens het hof zijn namelijk de regels zoals die gelden voor navorderingsaanslagen van toepassing. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in België. De inspecteur geeft in 2011 een NiNbi-beschikking (Niet in Nederland belastbaar inkomen) voor het jaar 2009 af van € 8490. In een procedure over deze NiNbi-beschikking stelt de Hoge Raad de inspecteur in 2014 in het gelijk. De inspecteur stelt vervolgens een herziene NiNbi-beschikking 2009 op, ditmaal van € 308.490. Na het bezwaar van X vermindert de inspecteur de herziene beschikking naar € 8490, ondanks een mededeling dat de beschikking zal worden vernietigd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de herziene beschikking vervolgens. In hoger beroep voert X onder andere aan dat afgifte van de herziene NiNbi-beschikking er toe leidt dat de oorspronkelijke beschikking niet meer bestaat.

Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 15 juni 2017, 16/00442, V-N Vandaag 2017/1939) is van oordeel dat in casu de herziene NiNbi-beschikking in geschil is, en de door X opgeworpen vraag eigenlijk geen onderwerp van geschil kan zijn in de onderhavige procedure, aangezien deze door de rechtbank is vernietigd. Het hof acht het echter zinvol wel op de stelling van X in te gaan. Het hof merkt hierbij op dat van belang is of het nieuwe besluit de intrekking van het oorspronkelijke besluit behelst en of voor NiNbi-beschikkingen geldt of een herziening de intrekking behelst van de oorspronkelijke beschikking. Het hof is van mening dat ten aanzien van NiNbi-beschikkingen een herziening niet de intrekking van de oorspronkelijke beschikking behelst. Volgens het hof zijn namelijk de bepalingen die gelden voor de vaststelling van een navorderingsaanslag van toepassing, en geldt bij de vernietiging van een navorderingsaanslag dat de definitieve aanslag blijft bestaan. Volgens het hof heeft dan ook hetzelfde te gelden voor de oorspronkelijke NiNbi-beschikking die onherroepelijk is komen vast te staan.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 8a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Instantie: Hoge Raad

Editie: 8 februari

48

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen