De civiele kamer van Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de Rabobank de zorgplicht niet heeft geschonden bij het opzetten van de renteswapconstructie. Daarbij is van belang dat Y al tien jaren bij DNB werkte en geacht moet worden een bovengemiddeld begrip te hebben van financiële producten.

Advocaat-generaal Kokott concludeert dat M s.r.o., als afnemer, bij een driehoekstransactie alleen dan de BTW is verschuldigd als op de factuur is vermeld dat de belastingschuld wordt verlegd naar haar. De enkele vermelding ‘van BTW vrijgestelde intracommunautaire driehoekstransactie’ volstaat daartoe niet.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat art. 66 lid 4 SW 1956 niet in strijd is met het Unierecht. Hier is alleen sprake van als de inspecteur de verlengde navorderingstermijn zou hebben gebruikt op een wijze die verder gaat dan noodzakelijk is om het doel van dit artikel te bereiken.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de TVL-aanvragen terecht zijn afgewezen. De omzet in de voor X bv geldende referentieperioden kan namelijk niet op eenvoudige en duidelijke wijze worden vastgesteld.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur terecht een gebruikelijk loon van € 20.000 in aanmerking heeft genomen in verband met de voor B bv verrichte werkzaamheden. X zorgt voor de inroostering van de werknemers en de betaling van de gewerkte uren.

De Staatssecretaris van Financiën trekt het tijdelijk besluit accijnsverlaging 2022 (V-N 2022/17.23.21) in, omdat het inmiddels in wetgeving is omgezet.

De NOB vraagt de fiscus om bij toepassing van de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting meer aansluiting te zoeken bij de jurisprudentie en bij de faciliteiten en antimisbruikbepalingen voor reorganisaties in andere belastingmiddelen. Zo kunnen uitvoeringsknelpunten bij toepassing van de splitsingsvrijstelling wat betreft de handhaving van, toezicht op en in het vooroverleg met belastingplichtigen worden weggenomen. Dat staat in de reactie van de Orde op de internetconsultatie Aanpassing splitsingsvrijstelling.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het geheel wegdenken van alle rechtspersonen niet rijmt met het uitgangspunt dat een besloten vennootschap zelfstandig drager is van rechten en verplichtingen en ook als zodanig moet worden behandeld. De bedrijfsopvolgingsvrijstelling is niet van toepassing.

Het ministerie van Financiën heeft onlangs een internetconsultatie afgesloten over een wijziging van de voorwaarden van de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting. De organisatie van kleine accountantskantoren SRA vindt het motief voor de beoogde wijziging 'niet valide' en begrijpt niet waarom de reikwijdte van de vrijstelling moet worden ingeperkt.

Een paar dagen geleden is de internetconsultatie 'aanpassing van de kavelruilvrijstelling' afgesloten. De wijziging heeft als doel om misbruik van de kavelruilvrijstelling, waardoor in onbedoelde (niet-agrarische) situaties een vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing is, tegen te gaan. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft eveneens gereageerd op de consultatie.

In geheel 2023 is sprake van ongeveer 77.000 akten waarin een beroep is gedaan op de startersvrijstelling. Dit aantal is hoger dan de 65.000 akten in 2022. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat geen sprake is van in wezen nieuwbouw. De grondige verbouwing tot hotel heeft niet geleid tot ingrijpende wijzigingen van de bouwkundige constructie die tot in wezen nieuwbouw hebben geleid.

Het Ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over een wijziging van de voorwaarden van de splitsingsvrijstelling in het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer (Uitv.besl. BRV).

Het ministerie van Financiën is de internetconsultatie aanpassing van de kavelruilvrijstelling gestart. Tot en met 30 april 2024 kan commentaar worden gegeven op het voorstel.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de bedrijfsopvolgingsvrijstelling niet van toepassing is op X bv ten aanzien van de verkrijging van aandelen in Z bv. Er is weliswaar een materiële onderneming overgenomen, maar er is niet voldaan aan het verwantschapsvereiste.

De meeste huurwoningen die door beleggers van de hand worden gedaan liggen buiten het bereik van starters en middeninkomens. Vastgoedadviseur CBRE concludeert dit in een nieuw rapport. Deze groepen zijn daarom niet geholpen met het nieuwe koopaanbod dat op de woningmarkt komt.