Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de verrekening van de belastingkorting en de heffingskorting juist heeft uitgevoerd. Uit een analyse van de van toepassing zijnde wetsartikelen volgt dat eerst de belastingkorting moet worden verrekend en pas daarna de heffingskorting.

Bij het opleggen van de IB-aanslag 2016 van X houdt de inspecteur rekening met een belastingkorting voor a.b.-verlies van € 4538. Van de algemene heffingskorting van € 2242 wordt hierdoor slechts een bedrag van € 901 benut. X stelt dat de inspecteur een onjuiste verrekenwijze heeft uitgevoerd. Volgens X moet eerst de heffingskorting worden verrekend en pas daarna de belastingkorting. Dan blijft nog een resterend bedrag van € 1347 aan belastingkorting over om te verrekenen met een toekomstige IB-aanslag.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de verrekening van de belastingkorting en de heffingskorting juist heeft uitgevoerd. Uit een analyse van de van toepassing zijnde wetsartikelen volgt dat eerst de belastingkorting moet worden verrekend en pas daarna de heffingskorting. Het standpunt van X dat dit andersom moet, vindt geen steun in de Wet IB 2001 of de wetsgeschiedenis. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.1

Wet inkomstenbelasting 2001 4.53

Wet inkomstenbelasting 2001 2.11a

Wet inkomstenbelasting 2001 2.7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 september

Carrousel: Carrousel

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen