Poolse vennootschapen keren dividenden uit aan het Amerikaanse Emerging Markets Series of DFA Investment Trust Company (EMS). EMS verzoekt de Poolse Belastingdienst om vast te stellen dat een forfaitair VPB-bedrag, dat is voldaan in verband met de uitgekeerde dividenden, te veel is betaald, en tot restitutie van dat bedrag over te gaan. De Poolse Belastingdienst weigert tot teruggaaf over te gaan omdat EMS niet in Polen, dan wel in een EU-lidstaat, is gevestigd. De Poolse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat dividenden die door in een EU-lidstaat gevestigde vennootschappen aan een beleggingsfonds in een derde land zijn uitgekeerd, niet kunnen profiteren van een belastingvrijstelling. Het HvJ EU overweegt vervolgens dat er tussen Polen en Amerika een regelgevend kader voor wederzijdse administratieve bijstand bestaat, op grond waarvan het mogelijk is gegevens uit te wisselen die voor de toepassing van de belastingwetgeving noodzakelijk blijken te zijn. Het HvJ EU heeft hierbij het oog op art. 23 van het dubbelbelastingverdrag en art. 4 OESO-verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken. Volgens het HvJ EU is het dan ook aan de Poolse rechter om te onderzoeken of de Poolse Belastingdienst daadwerkelijk gegevens kan controleren om vast te stellen dat Amerikaanse beleggingsfondsen actief zijn binnen een regelgevend kader dat gelijkwaardig is aan dat van de EU.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 65
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 63
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 11 april