Rechtbank Gelderland oordeelt dat er geen twijfel bestaat over het van toepassing zijn van het autokostenforfait. Er is dan ook geen sprake van een pleitbaar standpunt, en de boete is terecht opgelegd.

De aandelen van belanghebbende, X bv, zijn in handen van B. X bv houdt de aandelen in C bv. Aan B wordt een auto ter beschikking gesteld door C bv, voor de managementwerkzaamheden die hij namens X bv voor C bv verricht. B gebruikt de auto zowel voor zakelijke ritten als privéritten. Voor de privékilometers betaalt B € 0,19 per km aan C bv. X bv rekent het privégebruik echter niet tot het belastbare loon van B. Naar aanleiding van een controle legt de inspecteur een LB-naheffingsaanslag op aan X bv. X bv maakt bezwaar tegen de bij de naheffingsaanslag opgelegde boete. X bv is namelijk van mening dat er sprake is van een pleitbaar standpunt en wijst daarbij naar een constructie die actief is gepromoot, en een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat er geen sprake is van een pleitbaar standpunt. Volgens de rechtbank kan er namelijk geen twijfel bestaan over het van toepassing zijn van het autokostenforfait. Volgens de rechtbank staat het ter beschikking stellen van de auto door een dochtermaatschappij namelijk niet in de weg aan de toepasbaarheid van het autokostenforfait. De rechtbank wijst er verder nog op dat er in de publicatie, waarin de constructie wordt besproken, op wordt gewezen dat het nog niet zeker is of de Belastingdienst de constructie accepteert. Verder merkt de rechtbank nog op dat X bv een eigen variant van de constructie heeft toegepast. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 6 januari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen