Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het ontbreken van een rechtsmiddelenverwijzing niets afdoet aan het aanmerken van een brief als besluit. Het ontbreken kan hooguit met zich meebrengen dat een eventuele termijnoverschrijding verschoonbaar is.

De inspecteur is na verwijzing van een rechtbank op 4 augustus 2017 gehouden opnieuw een uitspraak op bezwaar te doen over een verzoek om voorlopige verliesverrekening. Hij stuurt op 13 oktober 2017 een brief aan belanghebbende dat hij tegemoetkomt aan zijn bezwaarschriften. Deze brief bevat geen rechtsmiddelenverwijzing. Belanghebbende stuurt een ingebrekestelling vanwege het uitblijven van een uitspraak op bezwaar en komt uiteindelijk in beroep tegen het uitblijven van een uitspraak op bezwaar en stelt recht te hebben op een dwangsom. De rechtbank verklaart zijn beroep niet-ontvankelijk.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het ontbreken van een rechtsmiddelenverwijzing niets afdoet aan het aanmerken van een brief als besluit. Het ontbreken kan hooguit met zich meebrengen dat een eventuele termijnoverschrijding verschoonbaar is. Omdat de uitspraak van de rechtbank geen termijn noemt waarbinnen de inspecteur opnieuw uitspraak op bezwaar moet doen, geldt de wettelijke beslistermijn van zes weken uit art. 7:10 eerste lid Awb. De brief van de inspecteur en dus uitspraak op bezwaar is van vóór 1 november 2017 dus belanghebbende zijn ingebrekestelling was prematuur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 april

89

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen