Belanghebbenden hebben een gemachtigde ingeschakeld die namens hen bezwaar maakt tegen WOZ-beschikkingen van Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg. In beroep stellen belanghebbenden dat de heffingsambtenaar hen ten onrechte niet heeft gehoord.
Rechtbank Limburg oordeelt dat Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg (BsGW) zo'n 200 bezwaarmakers alsnog moet gaan horen. In deze zaken heeft de gemachtigde van deze belanghebbenden verzocht om te worden gehoord. De heffingsambtenaar heeft daarop meegedeeld dat de hoorzittingen op één dag zouden plaatsvinden in vijf groepen van 51, waarbij alle vijf teams die dit horen zouden gaan doen, gelijktijdig met horen zouden starten. De gemachtigde betoogt dat BsGW de hoorzittingen op een zodanig korte termijn wilde plannen dat horen feitelijk onmogelijk werd. Ook weigerde BsGW over een andere wijze van horen in overleg te treden. De rechtbank onderschrijft deze mening en acht de handelwijze van BsGW in strijd met dat wat van een redelijk en zorgvuldig handelend bestuursorgaan mag worden verwacht. De rechtbank vernietigt de besluiten en bepaalt dat BsGW alsnog moet gaan horen. De beroepen zijn gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2