Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat acupuncturist X het bezwaar te laat heeft ingediend, maar dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur X namelijk op het verkeerde been gezet.
Sinds 1 januari 2013 is acupuncturist X btw verschuldigd over de door hem verleende diensten. X is het hier echter niet mee eens en maakt bezwaar tegen de op aangifte voldane btw over het eerste kwartaal van 2013. In augustus 2013 vindt er telefonisch contact plaats tussen X en de inspecteur. X stuurt vervolgens een reactieformulier naar de inspecteur. In 2016 is er weer contact tussen X en de inspecteur, en daarna eind 2017 weer. X stuurt vervolgens in december 2017 een formulier op naar de inspecteur, die dat aanmerkt als een bezwaarschrift tegen de voldoening op aangiften in de jaren 2013 en 2014. De inspecteur verklaart de bezwaren niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur X namelijk op het verkeerde been gezet, en is daardoor bij X de indruk ontstaan dat hij geen bezwaarschriften meer hoefde in te dienen. De rechtbank verwerpt daarbij het beroep van de inspecteur op een algemene informatiebrief uit 2013. Deze blinkt namelijk niet uit in helderheid. Gezien deze brief, en de gang van zaken, was het voor X niet voldoende duidelijk dat hij nog bezwaarschriften moest indienen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:10
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 26 maart