Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat op de door X ontvangen diensten niet de vrijstelling voor financiële diensten van toepassing is. X maakt niet aannemelijk dat de aan haar verrichte diensten zowel op zichzelf bezien als tezamen, de kenmerkende en essentiële functies vervullen van overmakingen en/of ‘rekening-courantverkeer’ in de zin van de vrijstelling. De diensten brengen niet de vereiste wijzigingen in de juridische en financiële verhoudingen aan.

X is een Nederlandse financiële instelling met een bank en neemt diensten af van Y dat gevestigd is in Duitsland. Y levert daarbij software die onder andere accounts en betalingen regelt. In geval van een betaling presenteert het systeem van Y een betaalpagina, autoriseert Y de transactie en stuurt het programma uiteindelijk een betaalbatch naar X. X stuurt dit door naar een ander bedrijf om de transactie te boeken naar andere banken. X voldoet de omzetbelasting over de diensten van Y op aangifte over het eerste en tweede kwartaal van 2019. X stelt dat op de diensten van Y de vrijstelling voor betalingsverkeer van toepassing is en gaat uiteindelijk in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de vrijstelling voor financiële diensten niet van toepassing is. X maakt niet aannemelijk dat de aan haar verrichte diensten zowel op zichzelf bezien als tezamen, de kenmerkende en essentiële functies vervullen van overmakingen en/of ‘rekening-courantverkeer’ in de zin van de vrijstelling. De diensten brengen niet de vereiste wijzigingen in de juridische en financiële verhoudingen aan. Het argument dat het beginsel van fiscale neutraliteit geschonden wordt doordat de vrijstelling van toepassing was toen zij de diensten in eigen beheer had kan niet leiden tot uitbreiding van de vrijstelling. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen