De Hoge Raad verklaart een door een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener ingediend cassatieberoep niet-ontvankelijk omdat het niet digitaal is ingediend.

X stelt beroep in cassatie in bij de Hoge Raad tegen een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden van 21 april 2020 betreffende een navorderingsaanslag IB/PVV 2015 en belastingrentebeschikking.

De Hoge Raad verklaart een door een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener ingediend cassatieberoep niet-ontvankelijk omdat het niet digitaal is ingediend. De hofuitspraak waartegen beroep in cassatie is ingesteld, dateert van na 15 april 2020. Digitaal procederen is met ingang van die datum verplicht voor rechtsbijstandverleners. Dat betekent dat de gemachtigde van X het cassatieberoep via het webportaal van de Hoge Raad had moeten indienen. De gemachtigde heeft echter de fax gebruikt. De griffier heeft de gemachtigde twee weken gegeven om het beroep alsnog via het webportaal in te dienen. De gemachtigde heeft aan dit verzoek geen gevolg gegeven. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:36a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 21 september

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen