X bv (belanghebbende) exploiteert een uitzendbureau voor met name Poolse werknemers. X sluit in 2007 ten behoeve van haar buitenlandse werknemers een collectieve ziektekostenverzekering af. De maandpremie is per verzekerde € 68,56. De weekpremie is omgerekend € 15,82. X bv houdt op het nettoloon van de werknemers slechts € 14,50 per week in. In 2007 betaalt X ten behoeve van de werknemers voorts € 10.171 eigen risico. Dit wordt niet op de werknemers verhaald. In geschil is of bij X bv terecht wegens door de werknemers aldus genoten voordelen loonheffing is nageheven en een vergrijpboete van 25% is opgelegd. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat zowel het premie- als het eigenbijdragevoordeel door de werknemers is genoten uit hoofde van hun dienstbetrekking. Het maakt niet uit dat X de door haar in 2009 ontvangen no-claimkorting van € 46.774 niet aan hen heeft doorbetaald. X had zich ervan bewust moeten zijn dat de voordelen als loon hebben te gelden. De boete is dus ook terecht. X bv gaat in hoger beroep. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat geen sprake is van een voordeel voor de werknemers, te meer omdat het juist X bv zelf is die er per saldo financieel beter van wordt. X bv en de buitenlandse werknemers hebben met betrekking tot de ziektekosten de afspraak gemaakt dat X bv de premie voor de ziektekostenverzekering betaalt, dat X bv een iets lager bedrag aan de werknemers in rekening brengt, dat X bv het eigen risico voor haar rekening neemt en dat de werknemers akkoord gaan met het feit dat de no-claimkorting ten goede komt van X bv. De aanslag worden en de boete worden aldus verminderd. Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 10