Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat X recht heeft op aftrek van scholingsuitgaven omdat de betaling van het collegegeld, voordat hij binnenlands belastingplichtig werd, aangemerkt moet worden als depotstorting.
X heeft de Indiase nationaliteit en is vanaf 25 augustus 2016 binnenlands belastingplichtig. X maakt op 24 juni 2016 het collegegeld van € 15.000 en € 10.824 aan "Living allowance" over naar de bankrekening van de opleiding. De opleiding maakt op 27 september 2016 het bedrag van de "Living allowance" over naar de Nederlandse bankrekening van X. In geschil is of X recht heeft op aftrek van scholingsuitgaven.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat X voor het bedrag van het betaalde collegegeld recht heeft op een aftrek van scholingsuitgaven. De betaling in juni 2016 dient als depotstorting aangemerkt te worden. Het collegegeld is verschuldigd op het moment van de definitieve inschrijving, nadat de IND de verblijfsvergunning heeft afgegeven en X binnenlands belastingplichtig is geworden. De voldoening van het collegegeld vindt plaats door verrekening op 27 september. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.40
Wet inkomstenbelasting 2001 6.30
Wet inkomstenbelasting 2001 6.27
Wet inkomstenbelasting 2001 6.1
Wet inkomstenbelasting 2001 2.1
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 16 juli
Informatiesoort: VN Vandaag