Belanghebbende, X, is eigenaar van een bedrijfsruimte en een bedrijfswoning gelegen in de gemeente 's-Hertogenbosch. In geschil zijn de WOZ-waarden van beide onroerende zaken.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat bij het bepalen van de WOZ-waarde geen rekening kan worden gehouden met een conservatoir beslag ex. art. 94 Wetboek van Strafvordering op de bedrijfsruimte en de bedrijfswoning en de sluiting van de bedrijfsruimte op grond van art. 13b van de Opiumwet. Deze omstandigheden kunnen gelet op de waarderingsficties van art. 17 lid 2 Wet WOZ niet leiden tot een waardeverlaging. De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarden van de bedrijfsruimte en de bedrijfswoning niet te hoog vastgesteld. Verder oordeelt het hof dat de redelijke termijn van een half jaar voor het beslissen op bezwaar niet wordt verlengd wanneer (zoals in dit geval) de wettelijke beslistermijn langer is. X krijgt voor de overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase een vergoeding van € 500.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17-2
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 8 december