Rechtbank Gelderland oordeelt dat de weilanden die X gebruikt bij de paardenhandel en de exploitatie van een zogeheten paardenpension vallen onder de cultuurgrondvrijstelling.

Belanghebbende, X, houdt zich bezig met de handel in paarden en de exploitatie van een paardenpension. In geschil is of de weilanden die hij daarvoor gebruikt delen in de cultuurgronduitzondering voor de WOZ.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de weilanden die X gebruikt bij de paardenhandel en de exploitatie van een zogeheten paardenpension vallen onder de cultuurgrondvrijstelling. Ter zitting is vast komen te staan dat de weilanden bedrijfsmatig worden geëxploiteerd. Tevens is duidelijk geworden dat de activiteiten van X bestaan uit de aankoop en (door)verkoop van paarden alsmede het fokken van paarden. Ook worden de stallen verhuurd voor pensionpaarden. Alle paarden begrazen de weilanden en voor de winterperiode wordt hooi gewonnen. Naar het oordeel van de rechtbank slaagt het beroep van X op de cultuurgrondvrijstelling. Nog daargelaten de vraag of het bedrijfsmatig fokken en houden van paarden niet reeds als ‘landbouw' in de zin van art. 7:312 BW moet worden aangemerkt, overweegt de rechtbank dat X bedrijfsmatig paarden fokt en dat hij de weilanden, waarop een agrarische bestemming rust, gebruikt om die paarden te laten lopen en te grazen. Hiermee heeft X aannemelijk gemaakt dat de weilanden, bezien in samenhang met de paardenhandel en pension, bedrijfsmatig worden geëxploiteerd in de zin van art. 2 lid 1 onderdeel a van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ.

[Bron uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-a

 

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 5 augustus

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen