Rechtbank Gelderland beslist dat er sprake is van overeenkomsten van opdracht tussen X bv en de persoonlijke holdings van de ingehuurde dga's. Die laatsten zijn daarom niet verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen.

Vier dga's worden via hun persoonlijke holdings belast met het bestuur en management van een vennootschap. Alle holdings hebben een minderheidsbelang. De afspraken worden vastgelegd in managementovereenkomsten tussen de persoonlijke holdings en de vennootschap, tussenholding Y bv. De tussenholding sluit een managementovereenkomst met belanghebbende X bv, de werkmaatschappij. Volgens de inspecteur verrichten de dga's hun werkzaamheden voor X bv in dienstbetrekking en zijn zij verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen.

Rechtbank Gelderland beslist dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat er sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen de dga's en X bv. Uit niets blijkt dat bij X bv en de dga's de wil bestond om een arbeidsovereenkomst tot stand te brengen en dat zij hebben geprobeerd dat te verhullen. De bewoordingen van de managementovereenkomsten sluiten aan bij een in algemene termen vervatte overeenkomst van opdracht. Uit de managementovereenkomsten blijkt niet dat de dga's verplicht worden persoonlijke arbeid te verrichten en dat er sprake is van een gezagsverhouding. De betalingen van X bv aan de persoonlijke holdings kunnen niet als loonbetalingen worden gezien. Er is ook niet sprake van fictieve dienstbetrekkingen. De dga's zijn in de in geschil zijnde periode niet verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Het beroep van X bv is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 400

Burgerlijk Wetboek Boek 7 610

Wet financiering sociale verzekeringen 59

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Verbintenissenrecht, Premieheffing

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 27 maart

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen