Belanghebbende, X bv, is eigenaar van twee percelen op een voormalig fabrieksterrein gelegen in de gemeente Tilburg. De percelen hebben een bedrijfsbestemming. X bv heeft de grond in 2010 gekocht voor een bedrag van € 9 miljoen. In geschil is de WOZ-waarde 2014 van deze twee WOZ-objecten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de koopsom uit 2010 geen goede maatstaf is voor de WOZ-waarden van de percelen voor belastingjaar 2014. Uitgangspunt bij de aankoop is blijkbaar geweest de verwachting dat op korte termijn op de percelen gebouwd kon worden. Duidelijk is dat daarvan op de peildatum al geen sprake meer was, onder meer doordat de bebouwing van het naastgelegen perceel (in eigendom van een woningcorporatie die in opspraak is geraakt) niet van de grond is gekomen. Onduidelijk is verder hoe het afloopt met het faillissement van de bv die met de gemeente afspraken heeft gemaakt over de bestemmingswijziging en mogelijke woning/bedrijfsbouw op het terrein van X bv. Dit alles leidt naar het oordeel van de rechtbank tot een veel lagere verwachtingswaarde dan er bij de aankoop zal zijn geweest. De beroepen van X bv zijn gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17